Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘eregalerij’

Beste meneer Recker, ik wacht nog steeds op het beloofde moment dat ik snap waarom ik jarenlang wiskunde moest volgen. Maar wat ik wel van u heb geleerd is waarom uw tot bloedens toe herhaalde reactie op ons zelfveronderstelde wiskundige onvermogen ‘Lezen, lezen, lezen, en nog eens lezen.’ zo waar is.

En vandaag zei ik het eindelijk zelf tegen een leerling. En hij begreep me!

Read Full Post »

Eregalerij: Meneer Kwasny

Zaterdagochtend, 8 mei 1982, 9 uur ’s ochtends, ik ben dan al ruim 7 uur 18 jaar oud. Ik wil in de auto stappen bij meneer Kwasny, rijschoolhouder te Maastricht, voor mijn eerste rijles. Maar ik sta aan de verkeerde kant van de auto, ik mag niet achter het stuur maar moet op de passagiersstoel. Ik mag niet doen waar ik al jaren naar snak: gas geven! Op mijn plek zit meneer Kwasny, en hij rijdt naar een rustige weg, zet de auto stil en begint uitgebreid uit te leggen hoe je naar het verkeer moet kijken. Pas de laatste 10 minuten heb ik echt les, en mag ik zelf een stukje sturen. Alleen sturen, voeten plat op de grond, handen aan het stuur – de rest van het autorijden doet hij.
37 lessen later ga ik voor de eerste keer op.

In geen van die lessen heb ik een officële examenroute gereden. Meneer Kwasny: “Ik bereid je niet voor op het rijexamen, ik leer je de basisbeginselen van het autorijden.” Maar ik ben wel overal geweest; tijdens het afrijden merk ik dat ik alle lastige punten van Maastricht (de korte oprit Kennedybrug!) van voor tot achter ken. En ik kan de hellingproef uitvoeren zonder handrem.
Ik slaag in één keer. Dat is ook op je 46e nog leuker om te vertellen dan waarom je eerst twee keer bent gezakt.

En meneer Kwasny heeft me vier belangrijke dingen geleerd die 27 jaar later ook over lesgeven blijken te gaan:
1. “Een inhaalmanoeuvre begint op het moment dat je je voorganger ziet.”
2. “Twee keer kijken.”
3. “Kijken, knipperen, gaan!”
4. Toen ik eens met een vaartje van 60 km langs een zijstraatje reed die me niet was opgevallen moest ik een blok omrijden, en een meter of 50 voor die zijstraat stoppen. Ik: “Die is toch niet te zien?” Vervolgens wees meneer Kwasny me op wat ik wél kon zien: een onderbreking in de dakgoten en stoeprand, een verandering in het type huis, lantaarnpalen die verder uit elkaar stonden, verkeersborden, een tegenligger met zijn linkerknipperlicht aan, en vast nog wat.
Meneer Kwasny: “Je moet zien wat je niet ziet.”

Ook bij het autorijden blijven dat lastige opgaven.

Read Full Post »

Ik ben erg voor openheid, maar sommige dingen moet je als leerling nooit tegen je docent zeggen. Zo heb ik ooit als student in Tilburg de fout gemaakt om tegen docent Hans van Driel te zeggen wat ik het meeste in hem waardeerde: dat hij tijdens zijn colleges lichtjes door zijn knieën zakte bij die zinsnedes die hij echt belangrijk vond. Het eerstvolgende college zag je Hans erg zijn best doen om niet door zijn knieen te zakken. Zonde. Stom van me.

Want hij kan zo enthousiast bewegen (en vertellen) dat ik nog steeds een fan ben van C.S. Pierce. Ook al kan ik me niks meer van die Pierce zelf herinneren. Het was iets met semiotiek, abductie/deductie/inductie (in een bepaade volgorde, toch?), verwondering en nog iets. (Oh, ja, Pierce rijmt op beurs, volgens Pieter Nieuwint). En 20 jaar later, als ik een van die termen hoor of lees of opschrijf, denk ik niet aan de eigenlijke betekenis, maar zie ik Hans licht maar zeer overtuigend door de knieën gaan.

Read Full Post »

Tot mijn verbazing ging maart vorig jaar meneer Mantz – mijn leraar Duits op het Stedelijk – met pensioen. Tot mijn verbazing, want toen ik van zijn pensionering hoorde dacht ik toch vooral: Verhip, die leeft dus nog! (Net als je ouders zijn docenten per definitie altijd ‘oud’.) En even later dacht ik, jee, hij is maar 22 jaar ouder dan ik.

Mijn zus zei ooit over hem – in de tijd dat het in was om Duits uit te vinden: ‘Mantz is een prima vent, maar hij had geen Duits moeten geven.’ (Misschien dus juist wel. Van juffrouw Tijdens heb ik weliswaar ausaußerbeimitnachseitvonzu geleerd, en wat een Minilieferwagen ist, maar van meneer Mantz heb ik de Ansichten eines Clowns geleerd. Wat van oneindige waarde is. En hij liet me ook op zijn kinderen passen.)

En in mei dit jaar is meneer Mantz overleden.

Paul Mantz is de eerste die een plaats krijgt in mijn eregalerij – een galerij van docenten, dood of levend, die voor mij een voorbeeld zijn.

Read Full Post »